Onthulling gedenkplaquette slavernijverleden van Deventer

Bij de onthulling van een gedenkplaquette heeft burgemeester Ron König van Deventer excuses aangeboden voor de betrokkenheid van Deventer bij het slavernijverleden.

Burgemeester Ron König hield een toespraak in de Burgerzaal van het stadhuis, tijdens een korte plechtigheid voorafgaand aan de onthulling van een gedenkplaquette. Aan het eind van zijn rede bood de burgemeester excuses aan: “Voor de betrokkenheid van Deventer bij het slavernijverleden, in welke vorm dan ook… Voor de wijze waarop de slavernij door Deventer in stand werd gehouden, door wie dan ook… Voor de pijn, het verdriet, en de boosheid en frustratie die daaruit voort zijn gekomen, bij wie en wanneer dan ook… bied ik, namens het gemeentebestuur van Deventer, excuses aan.”

Daarna vond op de binnenplaats van het stadhuis de onthulling plaats van de gedenkplaquette. Daarop staat een deel van het gedicht ‘Wie zijn we morgen’ van Babs Gons: “Vraagt een gedeelde geschiedenis niet ook om het dragen van elkaars pijn”. De ‘Dichter der Nederlanden’ was zelf ook aanwezig en heeft het volledige gedicht voorgedragen, dat ze schreef voor de start van het Herdenkingsjaar Slavernijverleden in 2023. De gedenkplaquette is opgedragen “ter nagedachtenis aan de slachtoffers van slavernij en kolonialisme”, zo staat op de steen te lezen.

De gedenkplaquette werd onthuld door leden van het ‘Platform Samen Vrij! Deventer’ en burgemeester König. Het platform is de afgelopen jaren gevormd door inwoners van Deventer met wortels in de voormalige, Nederlandse koloniën.

De onthulling vond plaats, aan de vooravond van Keti Koti, de viering van het einde van de slavernij. De laatste dag van juni wordt veelal beschouwd als een dag van bezinning en herdenking, voorafgaand aan de Keti Koti-festiviteiten. Op 1 juli hangt de Surinaamse vlag uit, op het stadhuis van Deventer om Keti Koti te markeren.