Dagelijks onderhoud planten

Ieder jaar worden alle beplantingsvakken van de gemeente gesnoeid. Snoeien kan op veel verschillende manieren. Dat hangt af van het type beplanting. Het grovere snoeiwerk doen we vooral in de winterperiode. Dieren en planten hebben er dan het minste overlast van dat wij onderhoud plegen.

Hieronder lees je hoe we de verschillende soorten planten onderhouden.

Schoffelen

Bij planten met sierwaarde schoffelen we het onkruid in de vakken weg. Het schoffelen is hier nodig omdat onkruid anders de beplanting verdrukt. We schoffelen bijvoorbeeld bij:

  • heesters
  • bodembedekkers
  • hagen
  • vaste planten
  • rozen

Snoeien

Deze planten snoeien wij om de sierwaarde te versterken. Bijvoorbeeld om de plant in bloei te krijgen of om te zorgen dat de plant nieuwe bladeren krijgt.

Schoffelen

Inheemse planten komen van nature voor in deze streek. Bij deze planten gebruiken we een meer natuurlijke manier van onderhoud. Het gaat om wat grovere beplanting, die vaak op wat grotere stukken grond staan. Deze planten hebben een hogere ecologische waarde dan de planten met sierwaarde. Je vindt deze planten bijvoorbeeld als een strook langs het spoor, of als omlijsting van een industrieterrein of woonwijk.

Bij deze beplanting schoffelen we niet. Wel maaien we 1x per jaar. Voorbeelden hiervan zijn:

  • bosplantsoen
  • bos
  • houtwallen
  • struwelen

Snoeien

Deze planten snoeien we langs de randen, zodat voorbijgangers geen last hebben van overhangende takken. Binnenin het plantvak snoeien we om verjonging te behouden. Dit gebeurt bijvoorbeeld eens per 5 jaar. Waar we de takken vlak bij de grond afzagen, groeit de plant weer uit met jonge scheuten. Doordat er hogere en lagere planten door elkaar staan, blijft de beplanting er vol uitzien. Ook is deze gelaagdheid aantrekkelijk voor insecten en voor kleine zoogdieren zoals egels, eekhoorns of konijnen.

Bodembedekkende beplanting wordt 1 keer per 2 jaar in de winter gesnoeid. Het snoeien gebeurt machinaal, op een hoogte van ongeveer 40 tot 50 centimeter. 

Bodembedekkers zijn heesters en vaste planten die de bodem (bijna) volledig bedekken. De meeste planten zijn lager dan 75 centimeter, met soms een uitschieter naar boven.

Wij knippen de hagen 2x per jaar, rond juni en rond oktober. Dit doen we volgens een vaste volgorde, wijk voor wijk. Hierbij starten we in de Vijfhoek.

Wil je de heg vaker dan 2x per jaar geknipt hebben, dan mag je dit zelf doen. Je kan de haag het beste terugknippen tot de kniphoogte van de vorige keer (tot op het oude hout). Het afval kan je in je groene container doen.

Houtwallen, struwelen en bosplantsoen worden op een meer natuurlijke manier onderhouden. Eens per 5 jaar wordt deze beplanting fors gesnoeid. Dat doen we in de winter, zodat dieren zo min mogelijk worden verstoord. In het voorjaar ontstaan op die plek nieuwe, jonge takken. De natuur heeft zo meer kans zich te ontwikkelen. 

In het buitengebied leggen we de nadruk op ecologisch beheer. Houtwallen en struwelen zijn hier een belangrijk onderdeel van. Je leest meer over over ecologisch beheer in het ons bermbeheerplan (pdf, 12 MB).