Gras

Een groot deel van de openbare ruimte bestaat uit gras. Hoe vaak we het gras maaien, hangt af van de plaats, het soort gras en van de functie ervan.

Binnen onze mogelijkheden geven we de natuur de ruimte met ecologisch beheer. Zo maaien we al het bloemgras pas ná mei en als het kan, alleen in het najaar. Gazons maaien we vaker, omdat we ook rekening houden met de gebruikers van het gras. Een voetbalveldje houden we bijvoorbeeld korter dan het gras in de berm.

Hieronder lees je welke soorten grasvelden we hebben en hoe we die beheren.

Gazons en trapvelden zijn grasvelden met kort gras. We maaien deze velden wanneer we zien dat het gras te lang wordt (maximaal 9 cm). Als het gras hoger zou groeien, ontstaan problemen na het maaien. Dan verstikt het gras onder het afgemaaide gras. Voor de bloemen in het gras hoeft het maaien geen probleem te zijn. Er komen vaak nieuwe bloemen, net zoals wanneer je thuis de uitgebloeide bloemen uit de viooltjes knipt.

In Deventer zijn enkele plekken waar bijzondere planten groeien, zoals de Weidegeelster en Vogelmelk. Op deze plaatsen passen wij het maaien zo veel mogelijk aan. In het voorjaar zijn sommige grasvelden al gemaaid en andere nog niet. Dat kan te maken hebben met deze bijzondere planten of aangeplante bollen waar wij omheen maaien. Maar ook is het terrein soms te nat voor de machines. Dan komen de maaiers later terug. Gazons en trapvelden maaien we regelmatig.

Bij grasvelden met bloembollen houden we rekening met de groei van de bol. Als de bloem is uitgebloeid, laten we deze nog een tijdje staan. De bol haalt dan nog steeds voedingsstoffen uit het blad. Als het blad eenmaal dor is geworden, maaien we deze velden net als de andere gazons.

Een deel van het gras binnen de bebouwde kom is bloemgras. Dat is gras dat hoger mag worden. Hierdoor krijgen bloemen en kruiden meer kans en dat is weer goed voor insecten, vlinders en bijen. Het gras ziet er wat natuurlijker uit en minder strak. Jouw wijkbeheerder weet wat de locaties zijn van het bloemgras.

In september of oktober maaien we al het gras. Op plekken waar het gras hoger mag staan, maaien we om het jaar. Op plekken waar we het gras kort willen houden wordt in juni en juli extra gemaaid.

Het maaisel laten we minimaal 3 dagen liggen. In die tijd kruipen de beestjes eruit en vallen ook de zaden op de grond. Pas daarna ruimen we het maaisel op. Dit is een ecologische manier om gras te beheren.

In september en oktober maaien we al het gras in het buitengebied. In mei of juni wordt alvast een 1e grasstrook gemaaid langs buitenwegen en op kruisingen. Dat doen we voor de verkeersveiligheid. Zo houden de weggebruikers voldoende uitzicht en voorkomen we overhangend gras naar de weg.

In het buitengebied laten we het maaisel liggen, zoals op de foto hieronder.

In 2022 is een nieuw bermbeheerplan (pdf, 12 MB) vastgesteld. Sinds 2023 worden bepaalde gebieden buiten de bebouwde kom ecologisch beheerd zoals dat ook binnen de bebouwde kom gebeurt.

Regelmatig onderhoud en maaien van sloten is belangrijk omdat het zorgt voor doorstroming van het water. Het maaien van sloten gebeurt in oktober en november.

1 keer in de 5 jaar worden de greppels gemaaid en de eventuele struiken gesnoeid. Dat doen we in de winter. Greppels hoeven het water dat er in komt niet af te voeren. Het water zakt ter plekke de grond in. Daar is het beheer op aangepast.

Schaapskudde

In Deventer helpt een schaapskudde bij het beheer van de natuurgebieden en parken. Dit is een duurzame manier van onderhoud. Planten en bloemen kunnen goed groeien, zaden worden verspreid en er ontstaat variatie in flora en fauna. Lees meer over de Deventer schaapskudde.