Logo gemeente Deventer

Overlast door vogels

Meestal worden mensen blij van vogels bij hun in de buurt. Sommige vogels kunnen echter voor overlast zorgen. Lees wat de gemeente doet en wat u zelf kunt doen.

Ervaart u overlast door vogels zoals ganzen en roeken? 

Geef het dan aan ons door via het Meldpunt Openbare Ruimte. Door de meldingen krijgen we een goed beeld van de overlast en kunnen we proberen de overlast aan te pakken.

 

Ganzen 

De Canadese en de grauwe gans zijn beschermde diersoorten. Dat betekent dat we ze niet zomaar mogen verjagen of doden, ook al geven ze soms overlast. Omdat er op sommige plekken in Deventer wel erg veel overlast wordt ervaren, heeft de gemeente een ontheffing van de provincie gekregen om gepaste maatregelen te nemen. Zo beperken we de overlast zoveel mogelijk.

 

Maatregelen 

  • We doen aan nestbeheer: we verwijderen eieren uit de nesten. Daarbij laten we 1 of 2 eieren per nest liggen, anders start moeder gans een nieuw nest. De eieren die we laten liggen worden bewerkt met maisolie. Daardoor komen ze niet uit.
  • Bij overlast kunnen we in de ruiperiode, ongeveer vanaf juni, een deel van de vogels vangen en doden. Niet allemaal, want dat mag niet en doen we niet. 

 

Roeken: beschermen en beheren

De roek, een beschermde kraaiensoort, kennen we ook in Deventer. Er zijn meerdere groepen (kolonies) bekend van deze vogelsoort. Samen kunnen ze zorgen voor heel wat lawaai en vuil (uitwerpselen). Dat kan op sommige plekken zorgen voor overlast. Zeker in de tijd dat de jonge roeken nog niet zijn uitgevlogen en in en om het nest ‘schreeuwen’ om eten. Ook de nesten zijn het hele jaar door beschermd. Het aantal roeken in Nederland en ook in Deventer groeit de laatste jaren.

Roeken zijn slimme vogels. Ze eten vooral ongewervelde bodemdieren als emelten, maar ook aas, zaden en eetbaar menselijk afval. Vaak zijn etende roeken in grote groepen in weilanden en akkers te vinden.

De gemeente Deventer vindt dat de roeken een plaats hebben binnen de gemeentegrenzen, maar wil de overlast ook binnen de perken houden. Als we maatregelen willen nemen tegen overlast, dan moeten we ons houden aan wettelijke regels. We hebben dan een ontheffing nodig van de provincie Overijssel van de Wet natuurbescherming (artikel 3.1 lid 2 en 5). Die regels staan in de ontheffing. In het Roekenbeschermingsplan staat hoe wij de vogels kunnen beschermen en beheren. 

 

Maatregelen

We kunnen niet overal alle roekenkolonies beheren. Een goede uitleg en bewijzen van de overlast zijn nodig om een ontheffing te kunnen krijgen. Als we roeken op een bepaalde plek mogen beheren, dan: 

  • mogen we maximaal de helft van de nesten verwijderen en verplaatsen;
  • moeten we rekening houden met de broedperiode en
  • mogen we geen roeken vangen of doden.

We kunnen dus de helft van de roekennesten verplaatsen naar een plek waar ze minder of geen overlast veroorzaken. In sommige gevallen mogen - in overleg met de ecoloog van de gemeente - ook alle nesten verplaatst worden. Nesten die in aanbouw zijn, mogen worden verwijderd. Nesten van eksters - die lijken op roekennesten - worden niet verwijderd. In het Roekenbeschermingsplan van de gemeente staat hoe wij de vogels en hun nesten beschermen en beheren.

Nazorg

De ervaring leert dat er na verplaatsing van nesten ook nazorg nodig is, want roeken willen het liefst terug naar hun oude plek. Om dat te voorkomen, wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van geluid (van vijanden van de roeken) en stroboscoopverlichting (deze geeft regelmatige lichtflitsen). Na het verwijderen en verplaatsen van de nesten worden de roeken regelmatig en langere tijd achter elkaar verjaagd van hun oude plek. Dat gebeurt vooral voor zonsondergang, als de roeken een slaapplek gaan zoeken (op hun oude plek).

Wat, waar en wanneer?

Vanwege de start van het broedseizoen mogen nesten tot uiterlijk 1 februari verwijderd en verplaatst worden. Dat betekent in de praktijk dat medewerkers van het Groenbedrijf in de weken van januari nesten kunnen verplaatsen. Na 1 februari mogen er geen nesten meer verwijderd of verplaatst worden. In de periode februari – juni mogen er wel maatregelen genomen worden die roeken afschrikken. Dat kan door geluid, licht of de inzet van een valkenier. Er is wel altijd eerst overleg met een roekendeskundige nodig, zodat eventueel andere broedvogels niet worden verstoord. Buiten het broedseizoen kan er ook onderhoud worden gedaan aan bomen, zodat ze minder aantrekkelijk worden voor roeken om daar nesten te maken.


Helpt u mee?

U kunt meehelpen om te voorkomen dat roeken weer terugkeren naar hun nesten. Dat kan door zelf lawaai te maken, bijvoorbeeld door in de handen te klappen of deksels tegen elkaar te slaan. Op eigen houtje nesten verwijderen of vernielen, of vogels verjagen of doden is volgens de Wet natuurbescherming verboden.