Overlast door vogels
Sommige vogels kunnen voor overlast zorgen. Bijvoorbeeld ganzen en roeken. Dit zijn beschermde diersoorten. Hieronder lees je wat de regels zijn bij het beheer van deze vogels, wat de gemeente doet en wat je zelf kan doen.

De Canadese gans en de grauwe gans zijn beschermde diersoorten. Dat betekent dat we ze niet zomaar mogen verjagen of doden, ook al hebben mensen soms last van herrie en poep van ganzen. Omdat er op sommige plekken in Deventer wel erg veel overlast wordt ervaren, heeft de gemeente een ontheffing van de provincie gekregen om gepaste maatregelen te nemen. Dat doen we zo diervriendelijk mogelijk. Tijdens het broedseizoen doet het Groenbedrijf dat om de populatie te beheersen en de overlast zoveel mogelijk te beperken.
Maatregelen
- We doen op 2 manieren aan nestbeheer. Bij de 1e verwijderen we eieren uit de nesten met 6-7 eieren. We laten dan 1 of 2 eieren per nest liggen, anders start moeder gans een nieuw nest. De 2e manier is eieren insmeren met maisolie. Daardoor komen ze niet uit. Na enkele weken worden de in-geoliede eieren verwijderd uit het nest.
- Bij overlast kunnen we bij hoge uitzondering in de ruiperiode (ongeveer vanaf juni) een deel van de vogels vangen en doden. Ook hier heeft de gemeente een ontheffing voor gekregen van de provincie. Het vangen en doden is echter niet altijd een oplossing omdat andere ganzen dan de opengevallen plek innemen. Dit doen we daarom zelden.
Wat kan jij doen?
- Meld overlast door ganzen.(Verwijst naar een externe website) Ga naar de locatie op de kaart. Kies categorie 'Overlast' en daarna 'Overlast dieren (geen ongedierte)'. Na de melding wordt de locatie gedeeld met het bedrijf dat voor de gemeente het beheer uitvoert.
- Voer de ganzen niet. Er is genoeg voedsel voor ze te vinden in de natuur. Ganzen voeren met bijvoorbeeld brood is erg ongezond en kan er zelfs voor zorgen dat ganzen agressiever worden naar mensen.
De roek is een beschermde kraaiensoort. Ook hun nesten zijn beschermd. Roeken zijn slimme vogels. Ze eten vooral ongewervelde bodemdieren als emelten, maar ook aas, zaden en eetbaar menselijk afval. Je ziet vaak etende roeken in grote groepen in weilanden en akkers.
In Deventer leven verschillende groepen (kolonies) roeken. Hun aantal neemt toe, in Deventer, maar ook in de rest van Nederland. De groepen kunnen heel wat lawaai maken. Het lawaai en de uitwerpselen van de roeken zorgen soms voor overlast. Zeker in de tijd dat de jonge roeken nog niet zijn uitgevlogen en ‘schreeuwen’ om eten.
Maatregelen
De gemeente Deventer vindt dat de roeken een plaats hebben binnen de gemeentegrenzen, maar wil de overlast ook binnen de perken houden. Bij maatregelen tegen overlast moeten we ons houden aan wettelijke regels. We hebben dan bijvoorbeeld een ontheffing nodig van de Wet natuurbescherming. In het Roekenbeschermingsplan(Verwijst naar een externe website) staat hoe wij de vogels beschermen en beheren.
Om een ontheffing te krijgen moeten we een goede uitleg geven en bewijs hebben van de overlast. Als we roeken op een bepaalde plek mogen beheren, dan:
- mogen we maximaal de helft van de nesten verwijderen en verplaatsen;
- moeten we rekening houden met de broedperiode en
- mogen we geen roeken vangen of doden.
We kunnen dus maar de helft van de roekennesten verplaatsen naar een plek waar ze minder of geen overlast veroorzaken. Soms mogen we - in overleg met de ecoloog van de gemeente - alle nesten verplaatsen. Nesten die in aanbouw zijn, mogen worden verwijderd. Nesten van eksters - die lijken op roekennesten - worden niet verwijderd.
Nazorg
De ervaring leert dat er na verplaatsing van nesten nazorg nodig is, want roeken willen het liefst terug naar hun oude plek. Om dat te voorkomen, wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van geluid (van vijanden van de roeken) en stroboscoopverlichting (deze geeft regelmatige lichtflitsen). Na het verwijderen en verplaatsen van nesten worden de roeken regelmatig en langere tijd achter elkaar verjaagd van hun oude plek. Dat gebeurt vooral voor zonsondergang, als de roeken een slaapplek zoeken.
Wat, waar en wanneer?
Vanwege de start van het broedseizoen mogen we nesten tot uiterlijk 1 februari verwijderen en verplaatsen. Dat betekent dat medewerkers van het Groenbedrijf in januari nesten verplaatsen. In de periode februari - juni mogen er wel maatregelen genomen worden die roeken afschrikken. Bijvoorbeeld met geluid, licht of de inzet van een valkenier. Er is wel altijd eerst overleg met een roekendeskundige nodig, zodat we andere broedvogels niet verstoren. Buiten het broedseizoen kunnen we onderhoud doen aan bomen, zodat ze minder aantrekkelijk worden voor roeken om daar nesten te maken.
Help je mee?
Ook jij kan meehelpen om te voorkomen dat roeken terugkeren naar hun nesten. Dat kan door lawaai te maken, bijvoorbeeld door in de handen te klappen of deksels tegen elkaar te slaan. Let op: op eigen houtje nesten verwijderen of vernielen, of vogels verjagen of doden is volgens de Wet natuurbescherming verboden.