Ecologie
Het groenbeleid van de gemeente Deventer richt zich op het behouden en versterken van de variaties in flora en fauna.
Ecologisch groenbeheer
De gemeente houdt bij het beheer van de stedelijke groenstructuur rekening met de soorten planten en dieren die voorkomen. We passen ecologisch groenbeheer toe waar natuur en ecologie een kans maken.
Door het ecologisch groenbeheer zijn op steeds meer plaatsen in de gemeente bijzondere plantensoorten te zien. Dankzij uitgekiend groenbeheer bloeien op dit moment gevlekte rietorchissen en vinden we blaassilene en grote ratelaar langs het Stieltjespad en in het gebied tussen het Graveland en de Gooiermars. De bijzondere plantensoorten breiden zich de laatste jaren steeds verder uit.

Lees meer over
Het beheer van ecologisch waardevolle bermen bestaat uit maaien en afvoeren van het maaisel, maar dan wel pas nadat de bloemen zijn uitgebloeid en hun zaden hebben verspreid. Door deze aanpak bloeien op dit moment honderden gevlekte rietorchissen langs het Stieltjespad tussen de Vijfhoeksweg en de Leonard Springerlaan.
Door de wijze van groenbeheer van het Deventer Groenbedrijf breiden de gevlekte rietorchissen zich elk jaar verder uit. Deze orchideeën zijn inmiddels al massaal aanwezig in het Fetlaer. Wanneer je wilt genieten van de bloemenpracht is mei het juiste moment om een wandeling langs het Wijnand Mullenpad in het gebied te maken.
Natuur is niet alleen in het buitengebied aanwezig maar ook in de bebouwde kommen. Dat zijn natuurlijk een heleboel huis-, tuin- en keukensoorten maar soms ook bijzondere soorten.
Vrijwel in alle woonwijken komen vleermuizen voor die ongemerkt in spouwmuren schuilen. Gierzwaluwen wonen veelal in panden waar hier en daar kieren of scheuren nestelgelegenheid bieden. In hoge gebouwen broeden Slechtvalken en in rietkragen bij vijverpartijen broeden soms Kleine karekieten. In diverse oevers die natuurvriendelijk beheerd worden komen zelfs orchideeën voor. In deze vijverpartijen komt her en der zelfs de Meerval voor. In parken met oude bomen en waar aandacht voor de natuur is komen Boomklevers, spechten en Appelvinken voor. In de schaduw van die oude bomen groeit op een aantal plaatsen de zeldzame Weidegeelster. In particuliere tuinen die ecologisch beheerd worden komen vele soorten wilde bijen en vlinders voor. Kortom, in de stad komen honderden wilde soorten voor waar veel mensen van genieten.
In het buitengebied worden duurzame populaties van karakteristieke soorten planten en dieren beschermd. In ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met goede voorwaarden voor bijvoorbeeld de das. Zo is er veel aandacht voor een goede planologische bescherming, verbetering ecologische infrastructuur, ecologisch bermbeheer.
Van belang is ook dat natuur de stad in kan komen. We kunnen de robuuste natuur in het buitengebied zien als een reservoir voor planten en dieren. Via de 'groene vingers' in de stad verplaatsen ze zich tot in de tuintjes van particulieren in de wijken. Bermbeheer speelt daarbij een belangrijke rol. De bermen die daarvoor geschikt zijn, worden ecologisch beheerd.

Graveland is een in 1999 aangelegd natuurgebied tussen het Landgoed De Bannink en de woonwijk Vijfhoek. Het terrein bestaat uit rietkragen, poelen, struweel en bloemrijk grasland. De vegetatie is heel bijzonder, zo komen er onder andere orchideeën en tal van andere bijzondere plantensoorten voor. Deze vegetatie is kwetsbaar en daardoor is het terrein beperkt toegankelijk voor het publiek. Naast de planten komen Reeën, salamanders, zandloopkevers, vlindersoorten als de Koninginnepage en vele andere dieren voor. Het beheer van dit terrein is afgestemd op de voorkeuren van deze soorten. Daarmee is Graveland een parel voor de biodiversiteit in Deventer.

Vleermuizen komen overal voor in Deventer. Vleermuizen verblijven overdag in donkere en rustige plekken. Er zijn soorten die in holle bomen voorkomen, zoals de Rosse vleermuis. Voor deze boombewonende soorten is het van levensbelang dat er voldoende oude en dikke bomen met holtes zijn. Indien er oude bomen gekapt moeten worden, wordt er altijd eerst bekeken of er vleermuizen in zitten.
Het meest bekend zijn echter de soorten die in gebouwen zitten. Dat zijn veelal dwergvleermuizen die je ’s avonds vanuit je tuinstoel kunt zien rondvliegen. Die vleermuizen schuilen overdag in spouwmuren en in allerlei kieren en gaten. Omdat huizen beter geïsoleerd worden door de spouwmuur dicht te blazen, verdwijnen veel woonplaatsen voor de vleermuizen. Om de vleermuizen toch behuizing te gunnen worden speciale nestkasten voor vleermuizen opgehangen. Naast de schuilgelegenheden hebben vleermuizen ook plaatsen nodig om voedsel te vinden. Ze vangen al vliegend in het donker honderden kleine insecten die overal aanwezig zijn. Daar vliegen ze via bomenlanen of plantsoenen naartoe.

Wilde bijen zijn een grote insectengroep waar ook de hommels toe behoren. In Deventer zijn in de afgelopen honderd jaar maar liefst 178 soorten vastgesteld. Op de hommels na leven wilde bijen vrijwel allemaal solitair. Dat wil zeggen dat ze in hun eentje een nest maken en daar eitjes in leggen. Dit is een groot verschil met de Honingbij. Iedereen kent wel de bijenkasten waar duizenden bijen in leven. Bij de wilde bijen komt dat helemaal niet voor. Wilde bijen kunnen hun nest op de grond in zanderige plekken maken maar ook in dode bomen. Bij dit laatste maken ze gebruik van gangetjes die door wespen of kevers in het dode hout zijn uitgeknaagd. Wilde bijen spelen een hele grote bij de bestuiving van allerlei gewassen. Wilde bijen komen vrijwel overal voor: in de uiterwaarden, in stadstuinen, op de hei, langs bosranden etc. Veel soorten uit het buitengebied zijn verdwenen doordat zanderige plekken zijn verdwenen. Ook bestrijdingsmiddelen hebben hun tol geëist.
Je kan wilde bijen helpen door planten aan te planten die van nature in de streek voorkomen. Insectenhotels kunnen wilde bijensoorten huisvesting geven. In je eigen tuin kun je zien of de bijen zo’n insectenhotel gebruiken: de bij metselt het gangetje (van een riet- of bamboestengel) dicht als er een eitje in gelegd is.
De steenmarter is een beschermd dier dat zijn schuilplaats zoekt op warme plekken in huis, schuur of tuin. Als je denkt dat je steenmarters in je omgeving hebt, is het goed de gewoontes te kennen van deze dieren. Steenmarters kunnen flink overlast veroorzaken wanneer ze in je huis schuilen. Heb je schade een steenmarter, meld dit dan bij ons meldpunt. Alleen mensen die daarvoor opgeleid zijn, mogen maatregelen nemen.
De roek is een beschermde kraaiensoort. Ook hun nesten zijn beschermd. De gemeente Deventer vindt dat de roeken een plaats hebben binnen de gemeentegrenzen, maar wil de overlast ook binnen de perken houden.
In Deventer zijn er veel dieren die van de ene plek naar de andere willen, maar onderweg hindernissen tegenkomen. Bijvoorbeeld wegen en kanalen waar ze niet (makkelijk) overheen kunnen. Om verkeersslachtoffers te voorkomen kunnen voorzieningen getroffen worden: de faunavoorzieningen.
Het bekendst zijn misschien de schermen langs wegen in het vroege voorjaar om padden op te vangen. Langs de schermen staan emmers waar de padden in vallen als ze langs die schermen kruipen. Vrijwilligers van het IVN zetten de padden dan over. Padden komen nog veel meer barrières tegen. Denk aan steile stoepranden waar ze niet tegenop kunnen en straatkolken waar ze in kunnen vallen. We passen dan schuine stoepranden toe en zetten een rooster (een padstelling) tegen de kolk zodat de padden er niet in vallen. Ook zijn er op verschillende plekken uitklimmatten in de kolk geplaatst zodat de padden er zelf weer uit kunnen klauteren. Ook hierbij zijn vele IVN-vrijwilligers actief. Ook zijn er hier en daar roosters door de weg gelegd waar padden, maar ook egels doorheen kunnen kruipen.
Dassen zijn dieren die heel waggelend lopen en er daardoor lang over doen om een weg over te steken met alle gevolgen van dien. Voor hen zijn er buizen onder diverse wegen aangelegd zodat ze veilig kunnen oversteken.
Sommige dieren zoals de otter en bunzing lopen vaak langs de waterkant waarbij hun route onderbroken wordt door een brug. Daar kunnen speciale loopplanken uitkomst bieden. In Deventer zijn er 2 bruggen die aangepast zijn om dieren via die brug naar de overkant te krijgen. Over het Overijssels Kanaal én over de A1 is een brug gecombineerd met een faunapassage. Een deel van zo’n brug is ingericht met stronken zodat de dieren beschut naar de overkant kunnen.
