Logo gemeente Deventer

Onderhoud bosgebieden

De gemeente Deventer heeft een aantal houtsingels en bosgebieden onderzocht. Resultaat van dit onderzoek is, dat er in een aantal van deze gebieden onderhoud uitgevoerd moet worden.

Door de werkzaamheden verbetert de kwaliteit van deze gebieden en vergroten we de biodiversiteit en veiligheid. Voor de werkzaamheden is geen kapvergunning nodig. 

De werkzaamheden worden in de winter van 2023/2024 uitgevoerd. De locaties en de werkzaamheden staan weergegeven op een kaart. Bekijk de geplande onderhoudswerkzaamheden.

 

Dood hout leeft

De takken en stammen die vrijkomen tijdens het onderhoud blijven deels achter in de gebieden. Dit hoort thuis in houtsingels en bos. Er ontstaat hierdoor een belangrijke leefruimte voor vleermuizen, zoogdieren, vogels, insecten, schimmels en micro-organismen. Ze breken het dode hout af en hierdoor komen er voedingsstoffen vrij voor de aanwezige beplanting en bomen. Daarnaast vinden veel zoogdieren, insecten en vogels beschutting onder het dode hout. Kortom, dood hout leeft! 

 

Uitleg van maatregelen

Dit houden de werkzaamheden in:

Dunning

Dunning is een belangrijke maatregel om de bosontwikkeling te sturen. Bij dunning worden de concurrenten van de goede bomen verwijderd. Door dunning kan er meer licht tot de bosbodem doordringen. En hierdoor ontstaat ruimte voor fauna en flora die meer licht nodig hebben. Bomen die blijven staan krijgen meer de ruimte zodat ze beter gaan groeien. Niet overal wordt gedund. Het is ook belangrijk dat er donkere plekken in een bosje blijven.

Afzetten bosplantsoen

Het afzagen van grote struiken. Stobbe’s kunnen na het afzagen weer opnieuw uitlopen. Dit zorgt ervoor dat er weer jong hout gevormd wordt zodat de kwaliteit van de struiken goed blijft.

Randensnoei

Bij randensnoei worden takken verwijderd die bijvoorbeeld te dicht op paden, wegen of woningen komen.

 

Meer informatie

Heeft u vragen over de geplande onderhoudswerkzaamheden? Neem contact op met de toezichthouder van de gemeente Deventer, Gerrit Nijland.